berkenbrandvlerkvlinder Pheosia gnoma

Familie

tandvlinders (NOTODONTIDAE)

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor, maar wordt in de westelijke helft van het land duidelijk minder waargenomen dan in de oostelijke helft van het land. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half april-eind september in twee generaties. De vlinders komen op licht.

Levenscyclus

Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in een stevige cocon in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Lesser Swallow Prominent

Duitse naam

Birken-Zahnspinner

Franse naam

le Bombyx dyctéoïde . la Faïence

Oud Nederlandse naam

brandvlerkvlinder, kleine brandvlerkvlinder

Synoniemen

Pheosia dictaeoides, Notodonta dictaeoides

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Vlerk is een oude term voor vleugel. Jan Christian Sepp (circa 1770) schrijft dat de toevoeging 'brand' volgens de entomoloog Müller (waarschijnlijk de Deen Otto Friedrich Müller, 1730-1784) mogelijk te maken heeft met 'de kleur van hout, het geen door vryving byna begint te branden'.  De toevoeging 'berken' heeft te maken met de waardplant van deze nachtvlinder. Meer over Nederlandse namen

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Pheosia: pheos is een stekelige plant, een doorn; naar de tapse witte vlek aan de achterrand van de vleugel. Deze vlekken zijn kenmerkend voor de enige twee soorten die Hübner in de genus onderbracht.
gnoma: gnoma is een merkteken, verwijzend naar de witte tapse vlek.

Auteursnaam en jaartal

(Fabricius, 1776)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 20-26 mm. De zilverachtig witte voorvleugel is smal en loopt spits toe; langs de randen liggen donkerbruine of zwarte vlekken. Een belangrijk kenmerk is de helderwitte wig in de binnenrandhoek, die duidelijk afsteekt tegen het zwart en altijd eindigt vóór het midden van de voorvleugel. Er is weinig variatie. De antennen van het mannetje zijn licht geveerd.

Kenmerken rups

Tot 40 mm; lichaam zeer glanzend als gevernist; kleur grijs tot purperachtig bruin met over de rug een brede zwartachtige middenband en op de flanken een brede, heldergele lengteband; segment elf met een zwarte, puntige bult; kop witachtig met een netwerk van zwartachtige lijntjes.

Gelijkende soorten vlinder

De brandvlerkvlinder (P. tremula) heeft een smallere en langere witachtige wig die doorloopt tot voorbij het midden van de vleugel en minder sterk opvalt dan bij de berkenbrandvlinder; bovendien is de franje aan de achtervleugel veel lichter, bijna wit van kleur.

Gelijkende soorten rups

Brandvlerkvlinder (Pheosia tremula).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Gelijkende soorten vlinder

Gelijkende soorten rups

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Bossen, heiden, parken en tuinen.

Planten

Berk.

Waardplant

Berk
Betula

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie tandvlinders (NOTODONTIDAE)

Alle soorten uit deze familie